Het interview Stichting Nivoz

Sociaal-emotionele ontwikkeling en Krachtenspel

26 april 2021

Krachtenspel biedt gereedschap voor sociaal-emotionele vorming en burgerschapsonderwijs en helpt jongeren zichzelf te ontdekken. Ze leren welke krachten in hun leven spelen en hoe die krachten hun drijfveer kunnen zijn, maar ook uit de hand kunnen lopen, zegt Mieke Vollenhoven. In dit interview, door Rikie van Blijswijk, gaat Mieke Vollenhovende vrouw achter Krachtenspel, dieper in op de achtergronden ervan. “Deze krachten en valkuilen leven in jou en mij, in groepen en in de samenleving”.

Er zal in het onderwijs altijd wel discussie blijven over de geldigheid van programma’s en methoden omdat, afhankelijk van de gebruiker en/of de beoordelaar, uiteenlopende criteria zullen worden aangelegd. Zo zullen leraren al gauw denken aan een aantrekkelijke inhoud en aan gebruiksvriendelijkheid. Maar bestuurders en wetenschappers zullen hoge eisen stellen aan gebleken effectiviteit.

Dat laatste zal zich zeker voordoen wanneer het gaat om programma’s of instrumenten als het gereedschap op Krachtenspel.nl, hier geïntroduceerd, die bedoelen sociaal-emotionele ontwikkeling te bevorderen. Omdat het in dit geval altijd om gevoelige onderwerpen gaat zullen leraren eens te meer zoeken naar common sense, naar wat begripsmatig en qua inhoud gemakkelijk herkenbaar is in de dagelijkse praktijk, waarmee ze dus vlot aan het werk denken te kunnen.

Wetenschappers die het eerst en vooral gaat om aangetoonde effectiviteit zullen hier geen genoegen mee nemen en met het programma een experiment aangaan en proberen te komen tot evidence. Deze praktijk heeft nogal eens tot gevolg dat het programma zich aan de toetsingsmethode moet aanpassen in plaats van andersom of dat waardevolle initiatieven afvallen.

In het geval van Krachtenspel hebben we met deze spanning te maken. Het spreekt sterk tot de common sense, maar het is de vraag of het instrument bijvoorbeeld vragen naar conceptvaliditeit bevredigend zal kunnen beantwoorden en of effectiviteit wel te meten zal zijn gezien de complexiteit van de handeling. Het houdt echter veel wijsheid in, is omvattend en speelt in de leraar-leerlinginteractie, de plaats waar de actie is.

We presenteren hier een interview met de bedenker en eerste ontwikkelaar van het instrument, Mieke Vollenhoven, als voorbeeld van een initiatief dat niet zo vatbaar lijkt voor wetenschappelijke toetsing, maar stevig gefundeerd is in praktische wijsheid en daarom heel waardevol kan zijn.

Sociaal-emotionele ontwikkeling
Mieke Vollenhoven verstaat sociaal-emotionele ontwikkeling als “Een dynamisch proces waarmee kinderen en jongeren de fundamentele levensvaardigheden verwerven, die hen helpen bij het ontwikkelen van een eigen identiteit, het opbouwen van relaties met anderen en het hanteren van verwachtingen van hun omgeving”.[1] Dat houdt bewustwording, ontwikkeling van het zelf en een realistisch en positief zelfbeeld in, maar ook het aangaan van relaties, het leren verplaatsen in en omgaan met anderen, het reflecteren op eigen gedrag, conflicthantering, weerbaarheid en het maken van eigen keuzes.

[1] https://www.slo.nl/thema/meer/gezonde-leefstijl/doelgroepen-thema/ Geraadpleegd op 4 maart 2021

Wie ben je?
Mieke Vollenhoven ontwikkelde het fundament voor Krachtenspel, waarmee jongeren zichzelf leren kennen. In het gesprek dat begint met de vraag over wie ze is en waar ze vandaan komt, blijkt haar familieachtergrond een krachtige inspiratiebron voor haar werk. ‘Daarvoor ga ik terug naar mijn wortels,’ begint Mieke. ‘Aan de kant van mijn vader veel aandacht voor theologie, ethiek en filosofie. Aan de kant van mijn moeder veel aandacht voor onderwijs en gezondheid. Het zit in mijn opvoeding en misschien ook wel in mijn genen om mij verantwoordelijk te weten voor wat er om mij heen gebeurt en mijn talenten volop in te zetten voor de samenleving. Hard werken, goed je best doen en verantwoordelijkheid dragen voor de zwakkeren in de samenleving was belangrijk en gewoon.

Mijn grootvader van mijn moeders kant was kunstschilder en tekenleraar. Van hem heb ik wellicht het denken in beelden, de creativiteit, te danken. Als kind wilde ik mij al creatief uiten en iets betekenen voor een ander. Door de filosofie, de theologie en de kunsten kan ik op een levensbeschouwelijke en creatieve manier kijken naar mensen en culturen. Dat zijn de twee glazen van mijn bril om naar het leven te kijken. Ik heb een sterke behoefte om mijn denkbeelden toegankelijk te maken voor iedereen.

Ikzelf heb theologie gestudeerd in Brussel en ben afgestudeerd op het onderwerp ‘leerprocessen in de cultuur’. Later heb ik een opleiding gevolgd in professionele communicatie en een coachopleiding gedaan.’

Wat inspireerde jou tot het concept achter Krachtenspel?     
‘De relatie tussen leerling en leraar is voor mij een levende relatie die aandacht vraagt. Leerling en leraar (student en hoogleraar) hebben geen vanzelfsprekende band. Ze leven in een andere wereld met een ander gevoel voor tijd. Jongeren hebben meer een intuïtie voor de toekomst en ouderen brengen ervaringen en inzichten uit het verleden. De kunst van het leren is om beiden te respecteren en een brug te slaan vanuit nieuwsgierigheid voor de eigenheid en talenten van de ander. Dat is niet nieuw. Augustinus had het er al over in Pourquoi des professeurs? Het is mijn overtuiging dat capaciteiten op sociaal-emotioneel gebied (in de zin van persoonlijke kwaliteiten of vermogens, red.) alleen ontwikkeld kunnen worden in relatie met anderen. Achter het laptopscherm en alleen op je kamer is het een worsteling. Het was daarom mijn droom om Krachtenspel te ontwikkelen voor jongeren in onderwijs, zorg en andere domeinen om beide generaties met elkaar in gesprek te laten zijn over hoe we met elkaar omgaan. Niet door te praten over de capaciteiten maar door in de praktijk te reflecteren op onze eigen houding. Daar zijn ook ervaringsgerichte oefeningen, (eigen)verhalen, beelden en spelsituaties voor nodig.’

Oefenen met Krachtenspel
Met dit gereedschap op Krachtenspel.nl leren jongeren zichzelf, de ander en de krachten in groepen beter kennen: hun geestkracht, kwaliteiten, krachten en grenzen op dit gebied. Door de oefeningen en spelsituaties kunnen ze zelfstandig en veilig oefenen. En ontwikkelen ze de nodige capaciteiten. Voorbeelden hiervan zijn: doorzettingsvermogen, creatief handelen, omgaan met verleiding en misleiding, (zelf)vertrouwen, het innemen van ruimte, het effectief grenzen stellen of het flexibel omgaan met verschillen. Ze ontdekken wat er speelt onder hun eigen gedrag, hun motieven: wat laten ze zien aan lichaamstaal? Welke gevoelens of overtuigingen hebben ze? Welke boodschappen en signalen geven ze (onbewust) af?

De krachten waarover we spreken laten zich concreet zien in de houding van mensen. Sociaal-emotionele kwaliteiten kunnen sterk zijn, maar anderzijds ook verworden tot valkuilen. Dat gebeurt als ze over de top gaan. Het gaat om het bewust waarnemen van dat kritieke moment dat je niet meer constructief bent.

Strijdgeest, Vechtjas en Aanvaller
Stel dat jouw sterke kant – moedig zijn – is. Deze kracht wordt gerepresenteerd door de Strijdgeest. Jouw kracht is het om te strijden. Jouw kwaliteiten zijn: de strijd aangaan, niet bang zijn, durven, confronteren, je plek innemen, er helemaal voor gaan, kwetsbare mensen of natuur beschermen. Je kunt als strijder echter ook doordraven. Dan word je een vechtjas of een aanvaller. Je gaat iedereen uitdagen, je wilt imponeren, je bent agressief en gebruikt wapens, je ontkent jouw pijn en gaat oordelen over wie bang is, wie een watje is en belandt zo in vijanddenken.

Zie hier hoe met Krachtenspel ‘gespeeld’ kan worden met deze en andere krachten. Op deze manier kun je een constructieve en destructieve houding bij jezelf ontdekken. Met het gereedschap van Krachtenspel krijgen jongeren, (gerekend vanaf een jaar of 15, en er is ook werkmateriaal voor kinderen) op inspirerende wijze inzicht in hun krachten.

Wat op het spel staat
De meesten jongeren ontwikkelen capaciteiten als vertrouwen (je kunnen hechten aan iemand), autonomie (besef van eigenwaarde) en initiatief (een beeld over waar je naar toe wilt) van jongs af aan (onbewust). Er zijn er echter ook die het contact ontberen, leven in isolement of in een context van gebroken relaties. Dan is het contact met professionele begeleiders, maar ook docenten en leeftijdsgenoten zeer behulpzaam om deze basis-capaciteiten alsnog te ontwikkelen. Deze basis is onmisbaar om mens te zijn, te leren, samen te werken en te presteren. Mieke benadrukt het belang om die basis met zorg en liefde te onderhouden en verder te ontwikkelen.

‘De krachten en valkuilen van individuen zijn tevens de krachten en valkuilen in groepen en culturen. Het gaat ook om thema’s als discriminatie, agressie en manipulatie, versterkt door social media‘, zegt Mieke. We bewegen ons in het krachtenspel van de tijdgeest. ‘Jongeren dienen hun eigen capaciteiten en geestkracht te ontwikkelen om niet meegesleurd te worden met allerlei stromingen en te leren voelen dat hun grens in het geding is.’

School als oefenruimte
Leraren met tact en inspirerende pedagogische leiders maken aandacht, tijd en ruimte vrij om te kunnen werken aan kwaliteiten en capaciteiten als zelfredzaamheid, zelfstandig denken, creatief denken, doorzetten of ondernemingszin. Het gaat om essenties van mens-zijn. School is een oefenruimte die aanraakt en uitdaagt. Daar horen duidelijke grenzen bij, zonder te veel betutteling of isolement.

‘Het is lastig voor jongeren om zich voor te bereiden op hun toekomst als ze niet kunnen omgaan met sociaal-emotionele vragen’, merkt Mieke op. ‘Die zijn er altijd, zeker op die leeftijd en scholen lijken verlegen om hiermee om te gaan. Leraren hebben vragen over hoe dat te doen zonder te psychologiseren, te rationaliseren of te moraliseren. Hoe werk je met jongeren aan ongezonde patronen zoals verslaving en intimidatie, wat bied je als antwoord op nepnieuws? Hoe leer je hier je kwaliteiten en valkuilen kennen in een klimaat waarin verschillen sterker worden en ook in de politiek bij leiders de grenzen niet meer duidelijk zijn?’

Voorbereiding op de samenleving
Het gereedschap op Krachtenspel.nl is een hulpmiddel voor de leraren en (bege)leiders om te werken aan de nodige capaciteiten en competenties om jonge mensen voor te bereiden op de samenleving. In het gereedschap achter Krachtenspel.nl worden daarom zowel de krachten achter sociale problemen als typerende houdingen van mensen en groepen verhelderd. In het werkmateriaal (voor jong en oud) gaat het vooral om het herkennen en hanteren van die krachten in praktische situaties door verhalen, beelden, symbolen en oefeningen waaraan veel professionals uit de vriendenkring  hebben meegewerkt.

Mieke vervolgt: ‘Het krachtenspel waarin we ons bewegen is een voortdurend leerproces waarin je je aan elkaar spiegelt: hoe je communiceert, hoe je je grenzen aangeeft, hoe je creatief handelt of zinvol onderneemt. Daarmee wordt sociaal-emotionele educatie vorm gegeven.’

Voor wie is het?
Op de website is het gereedschap te vinden. Compleet met de verhalen, spelsituaties, oefeningen, beelden en symbolen. Je kunt zelf kiezen bij welke werkwijze je je lekker voelt. Er komen spelkaarten aan die je in de hand kunt houden. Het materiaal is breed inzetbaar en beschikbaar voor interne begeleiders, docenten, vertrouwenspersonen en vrijwilligers zoals ouders. Het is vrij eenvoudig om met de krachten kennis te maken. Er staat ook een test op.

Wat wordt met Krachtenspel bereikt?
Bewustwording en ontwikkeling van de constructieve krachten in jezelf, in anderen en groepen. Maar ook herkenning van het kritieke moment dat je houding (of die van anderen) over de top gaat en destructief kan worden. Het oefenen van het effectief hanteren van de krachten. En de krachten bundelen in groepen.

Op zoek naar meer informatie over het gereedschap op Krachtenspel.nl?
www.Krachtenspel.nl (open source, non-profit)
Auteurs: Mieke Vollenhoven met Jan Ausum en Dirk van der Spoel

In dit filmpje kun je in een paar minuten zien over welke krachten het gaat en wat ze doen met mensen”, aldus de uitleg op de website.

 

Waar blijft de leerkracht als inspirator?

Waar blijft de leerkracht als inspirator? Als dromer, filosoof of strijder?

Hoe kun je dat waarmaken als deze rol niet wordt benoemd?

Auteur: Mieke Vollenhoven

Er was een tijd dat theologen, filosofen het onderwijs vormgaven. Lang geleden. De vorming was gebaseerd op oeroude principes die het hele leven bepaalden. Er waren beginselen die gezinnen, scholen en de samenleving in hun greep hielden. Ik ben er mee opgegroeid. ‘t Was niet te vermijden. Ik ken zowel de eerbied uit de jaren 50, als het protest in de jaren ’60 tegen het geestelijk gezag en ook, nog later, de speurtocht naar hoe we ons weer kunnen verbinden. De principes kon ik als kind niet verwoorden. Ze leefden in mij. Iets om trots op te zijn? Ik weet het niet. Maar ik ken wel het verschil met deze tijd. Nu zijn er veel minder gemeenschappelijke waarden of principes. Mijn beginselen zijn anders dan die van mijn grootvader. Maar beginselen horen er nog steeds bij! Docenten en coaches horen in mijn ogen kernwaarden uit te stralen. Inspirerend leiderschap te tonen!

Rollen

Als ik nu iets lees over de rollen van de leraar, of de hoogleraar, kom ik vooral praktische rollen tegen. De docent begint als gastheer (welkom heten!) en eindigt als afsluiter (vergeet niet te evalueren!). Hij moet goed kunnen presenteren, anders komt de lesstof niet over. Het moet natuurlijk ook een didacticus zijn, anders kan hij de les niet vormgeven en het proces onder controle houden. En wat we niet mogen vergeten, is dat hij ook een pedagoog moet zijn. Met oog voor het kind. Als daar nog tijd voor is. Tot slot is hij ook nog een (leer)coach. Leerlingen en studenten moeten hun weg in het onderwijs en (beroeps)leven vinden. Daar heb je een coach voor nodig. Heel goed allemaal. Dat meen ik. En toch…ik mis iets essentieels. Is het mijn bloed dat borrelt? Mijn eigen drijfveren. Of is het veel meer?

Gemis

Ik mis de docent als inspirator, dromer, hartstochtelijk filosoof, verhalenverteller of kunstenaar. Ik wilde soms huiveren als leerling en student. Versteld staan van wat er werd gezegd. Bewogen worden ook al begreep ik het niet helemaal. Leraren mochten tijden doorgaan als ik er het leven bij kon ervaren. Ik wilde wegdromen en tegelijk mijn aandacht erbij houden. Ontdekken wat het mysterie was. De gouden draad in het verhaal pakken. Of het nu wiskunde of Nederlands was. Ik wilde een spiegel zien waar ik in kon kijken. Of merken dat een ander geboeid zat te kijken, een scherpe vraag stelde of dat het stil werd in de klas… Wat ik níét wilde is: veel dingen zien die je moest onthouden, indelen en uitpluizen. Veel woorden horen en iets over hun samenhang. Zonder dat je wist wat het betekende! Voortdurend oefenen van lesstof, vaardigheden en de toepassing ervan. Ik heb ergens heimwee naar oertijden. Ik wil weg van de tijdgeest. Zonder terug te keren naar de morele druk van mijn voorvaderen. Maar om wat voor geest gaat het dan? Welke krachten hebben we in het onderwijs bewust te maken en een plek te geven?

De geest krijgen

Er zijn geesten die we niet meer duidelijk benoemen maar wel kunnen aanwaaien. Ze kunnen in een groep een vuur ontsteken, een wind aanwakkeren, een golf van emoties oproepen. Een inspirator kan die geesten helder maken. Misschien is het de Strijdgeest waarbij de docent voor de klas zich boos kan maken over onrecht; de Werkgeest waardoor een docent een hele klas kan laten samenwerken. Misschien is het de Droomgeest waardoor de verbeelding parten gaat spelen. Die krachten van de geest zitten niet alleen bij de man of vrouw voor de klas. De rol van de inspirator zit dieper, raakt meerdere doelen tegelijk. Het gaat om een mentaliteit, gemeenschappelijk bewustzijn van de nodige verandering. Ook bij de leerlingen of studenten. Het gaat erom dat we de geesten leren onderscheiden en hanteren. Neem bijvoorbeeld de Strijdgeest. Die beheerste ik nog niet goed als leerling. Ik was nog geen Strijder maar soms een Vechtjas. Ik werd kwaad van een beoordeling die mijn geest verlamde, een onterecht excuus dat ik moest maken, maar ik wist niet goed hoe ik die boosheid effectief kon uiten. De krachten van de geest zitten dieper, gaan verder dan de kwaliteiten van Ofman. Maar je kunt het leren om die geesten te hanteren en in balans te houden. De hele klas, het hele team kan leren wanneer de Werkgeest optimaal is of wanneer er een Stresskip of een Opjager aan het werk is. Kunnen mensen dit onderscheid op tijd maken en aangeven? Krijgen coaches, docenten en leerlingen de kans om zich hierin te trainen? Vroeger was er geen schijn van kans voor de leerling die de geest kreeg in de klas en er iets over wilde zeggen. En nog steeds… ook in deze tijd, lijkt de stem van de ziel weinig kans te hebben.

Is het tijd?

Vandaag heb je echt wel leraren en hoogleraren die bevlogen zijn, het verleden op doen leven, coaches die je de nodige ervaring geven. Maar er zijn weinig Inspirators die ervoor zorgen dat je inzicht krijgt; een antwoord wilt geven op je eigen geschiedenis! Ook vandaag zijn er goede leraren die je het gevoel geven dat er een weg is die je kunt gaan. Maar een inspirator is meer dan een leercoach en laat je ervaren dat je er een prijs voor wilt betalen! Is het duidelijk wat ik mis in het scholingsaanbod? Nogmaals, het geldt niet alleen voor leerlingen. Ook voor docenten en schoolleiders. Ooit heb ik – samen met Piet Weisfelt en Luc Stevens – de training Inspirerend leiderschap ontwikkeld. De eerste in Nederland. Is het nu tijd voor de leerkracht als Inspirator? Zal het materiaal op de website www. Krachtenspel.nl, dat deze krachten duidelijk maakt, een echte kans krijgen? Of moeten de deskundige idealisten, die hun werk – open source – willen delen, meedoen met het huidige tijdsgewricht en de marktwerking? Kunnen de creatieve makers op eigen wijze hun werk verder ontwikkelen met hulp van vrijwillige bijdragen? Zijn er organisaties die hen willen helpen met de activiteiten? Dat willen we graag weten. Of worden we als inspiratoren, dromers en strijders gedwongen ons werk uit handen te geven aan organisaties die de markt kennen?

De essentie raken

Ik mis de leerkracht als inspirator, ziener, dromer. En als gelovige in wat wezenlijk is. Niet met het ouderwetse gezag waarmee dingen moeten gebeuren. Niet alleen als opvoeder. Het gaat om de Inspirator/coach die me in mijn ziel raakt. Met woorden die me tot op het bot raken. Met ogen waarin ik terugkijk. Die ook de geest van de groep kan aanwakkeren. Niet alleen fysiek ons in beweging brengen (ook hard nodig trouwens) maar waarin we de geest krijgen. Om daar ruimte voor te maken moeten we een prijs betalen. Ok, laat de leerkracht maar wat meer fouten maken, niet goed beginnen of afsluiten, af en toe de rode lijn verliezen of een verkeerde beoordeling geven. Wat geeft het als we op tijd de mens kunnen worden die we verlangen? Zorg ervoor dat we (aan)geraakt kunnen worden. Dat we weer geloven in de krachten van de geest zonder dat zij onder het vloedkleed worden geschoven. In de marge geduwd. Belachelijk gemaakt omdat je ze moeilijk kunt meten. Of als handig setje verkocht voor een veel te hoge prijs.

Het waarmaken

Laten zij die ons doen leren, soms een god worden, een engel, advocaat van de duivel, een gelovige of ongelovige, schepper, een nieuwe dag creëren of juist de schaduwen belichten waar we bang van worden zonder dat we het weten. Laten de leerlingen, studenten, leerkrachten, coaches en hoogleraren en het bevoegd gezag alsjeblieft – om hun geestkracht te behouden – de Inspirator opzoeken, weigeren veel lijstjes in te vullen en soms ruzie maken met het bevoegd gezag. Waar blijft de leerkracht als inspirator? Zijn ze er nog? Verdwijnen ze in de marge? Of worden ze onderdrukt en branden ze op, zonder dat we voor hen opkomen? Net als de huisarts die de tijd wil nemen voor patiënten. De zorgverlener die een klusje wil doen wat niet mag. De vraag is: Hoe ga je effectief om met de krachten van de geest? Neem je de tijd om een inspirator te zijn? Op de website Krachtenspel.nl kun je, samen met leerlingen en collega’s, de krachten leren kennen en hanteren. Bijvoorbeeld de krachten van de strijder die een vechtjas of een aanvaller kan worden. Of de dromer die een fantast of een warhoofd kan worden. Tenminste, als je er tijd voor hebt. Wil je deze informatie dan met belangstellenden delen?

 

Hoe blijf jij in je kracht in crisistijd? Hoe doen...

Kun jij je eigen krachten bundelen in een crisis? Of verdwaal je in mist, gevoelens van angst en verwarring? Gaat bij jou een frisse wind waaien of slaat je fantasie op hol? Houd je je vast aan onderzoek en feiten? En zorg je ervoor dat je ook mentaal gezond blijft? Kunnen we samen de krachten bundelen? Of hebben we een baas nodig die het voor ons gaat bepalen?

Er is in de samenleving meer nodig dan het RIVM kan bieden. De situatie is op dit moment sociaal-emotioneel gezien zorgwekkend. Professionals en mensen die meer risico lopen, worden bang en voelen zich (nog) niet voldoende beschermd. Specialisten vrezen voor een gebrek aan middelen. Groepen mensen dreigen te vereenzamen of te ontsporen. Hoe blijven we in de stroom? Dat kan niet door een eindbaas aan te wijzen die lijkt op een militair (dan verliezen we onszelf) maar door de krachten van jezelf en anderen te bundelen en de nodige capaciteiten te ontwikkelen. Ook mentaal.

Blijven we aan het stuur?

Wat ik me afvraag is: waar droom jij als professional van in deze tijd? Dat lijkt misschien een rare vraag maar die vraag is essentieel om mentaal door deze crisis te komen. Droom je dat het zo snel mogelijk over is? Heb je misschien angstdromen? Zit je in een isolement? Loop je vast met je bedrijf? Of komt er ook een sterk verlangen naar boven? Een eigen uitdaging, wellicht een roeping? Misschien vecht je tegen het virus. Werk je aan middelen die hard nodig zijn om het te bestrijden. Doe je boodschappen voor de buren. Of heb je een luisterend oor voor mensen die alleen en kwetsbaar zijn: Zien ze hun geliefden nog wel (gezond) terug? Krijgen ze op tijd een operatie? Een crisis kan mensen verlammen maar ook tot leven brengen.

Mensen komen als dieren uit hun hol en wrijven de slaap uit hun ogen. Heé, de wereld is plotseling veranderd!

In een crisis wordt de status quo doorbroken. Idolen zijn ineens geen afgod meer; zij kunnen het virus ook te pakken krijgen. Gewone mensen die hard nodig zijn, krijgen waardering en applaus. Mensen kunnen ineens meer dan ze dachten: de auto laten staan; een concert vanuit het raam, vergaderen over internet. De overheid maakt miljarden vrij.

Maar de andere kant is er ook: Mensen raken in verwarring. De paniek wordt hier en daar voelbaar. Agressie kan toenemen. Verzorgers moeten teveel uren draaien en de verbeelding neemt soms een loopje met onze gedachten: Wat als het erger wordt dan we dachten? Wat dan?

Leren in crisistijd

Als ons leven wordt bedreigd, leren we – als het goed is – ons te barsten. De vraag is dus: hoe leer je omgaan met tegenslag? Leren gebeurt in fasen:

1.    Eerst doen we nog lacherig. Haha, ik mag jou geen hand geven. Ach, het zal wel meevallen.

2.    Dan wordt het menens, we willen het begrijpen. Wat gebeurt er? Wat betekent dat voor mij?

3.    De adrenaline gaat stromen, de paniekgeest komt soms om de hoek kijken. Je moet afstand houden maar de emoties lopen op. Krijgen wij het ook? Krijg ik straks mijn zaak er weer bovenop? Kan de zorg het aan?

4.    Er vallen klappen. Er is geen tijd meer te verliezen. Mensen gaan vechten, vluchten in hun eigen wereld of gaan een eigen weg.

5.    We luisteren naar deskundigen, lezen (nep)nieuws en proberen een oordeel te vormen. Die beoordeling heb je nodig om te kunnen handelen. Je zet je zaken op een rijtje maar het rijtje verandert steeds;

6.    Politieke/sociale grenzen verdwijnen en gevoel van saamhorigheid ontstaat. Dat is fijn. Maar even later worden de meer fysieke, regionale en landelijke grenzen harder en kun je niet meer reizen. Niet meer heen en terug. De verwarring en onrust nemen toe. Maar ook, bij velen, de focus en vastberadenheid.

7.    Het leven verandert met een sprong en je moet zelf ook springen. Durf je dat? Durf je iets anders te doen dan je deed? De leiding nemen ook al heb je beperkingen? Je eigen uitdaging (nog meer) aan te gaan? Kun je bijvoorbeeld in de stilte die ontstaat je gevoelens verduren? Of de grenzen bewaken die nodig zijn en optreden?

8.    Je leert, we leren, met vallen en opstaan. Fysieke en mentale gezondheid gaan hand in hand.

Er wordt een antwoord van mensen gevraagd: Wie ben jij in crisistijd? Wat doen jullie er samen aan? Dat is zowel beangstigend als mooi! Er ontstaan nieuwe kansen. En nog mooier: we krijgen soms samen een nieuw perspectief. Eendracht, daadkracht en ik hoop ook een kwaliteit van leven die verder reikt. Zou het mogelijk zijn om, ook na de crisis, meer te verbinden en samen te werken? Ook meer persoonlijk leiderschap? De wereld staat op het spel en er wordt iets van ons gevraagd dat ook op lange termijn wezenlijk is.

Voorbeeld: De politiek, bedrijven en burgers gaan – omdat omwegen nu niet goed meer werken – korte ketens (lijnen) creëren in de voedselketen. Dat is veel duurzamer en werkt sneller. Dan breng je de producten naar de klant. Daar was eerst niet genoeg aandacht voor. Nu wel. Nu willen steeds meer mensen helpen (Zie bijvoorbeeld de actie: Support Locals).

Verbeeldingskracht nodig

De vraag is of je in crisistijd het stuur in handen neemt en de regie houdt over je leven. Dat is niet eenvoudig. Het is vreemd om te sturen als je de richting niet weet. Het is eng om te sturen als de weg voor je ogen verandert. Je moet als bestuurder vaak bijsturen, op tijd remmen maar ook stevig doorrijden. Want de tijd dringt! Anders vallen er nog meer slachtoffers. Er wordt van je gevraagd of je je wilt verantwoorden terwijl je stuurt. Je kunt soms botsen, maar dan moet je, ook al is er schade, wel helder blijven communiceren. En bij elkaar blijven. Je moet koers houden en mag niet teveel uitwijken. Hoe houd je dat vol in onbekend gebied?

In de sociale onrust die ontstaat, heb je een mentaal stuur nodig. Leiders met een gemeenschappelijke morele koers. Alsjeblieft geen leider die de lakens uit gaat delen zonder zich te verantwoorden. Of mensen ophitst. Ik hoorde op tv dat er om een militair type werd gevraagd of een autoritair leider. Dat is godgeklaagd! Dat helpt misschien wel even, maar denk maar niet dat we daar beter van worden. Integendeel. Er is bij sociaal-emotionele onrust een sociaal-emotioneel antwoord nodig van leiders en begeleiders in deze tijd. Mentaal. Het is nodig om beter te leren reflecteren op onszelf. Op morele verantwoordelijkheid en sociaal-emotionele educatie voor jong en oud. Dat gebied hebben we flink verwaarloosd (zie mijn artikel over de meetlat) .

Mentaal stuur

Hoe kun je als leider sociaal-emotionele krachten zoals polarisatie hanteren als deze krachten je zelf ook overvallen? Als je zelf soms geen hand voor ogen ziet? Dat kan door je eigen uitdaging als een weg voor je te zien. Als een weg die zich in mij en jou, in ons ontvouwt.

Voor mij is het de uitdaging om de (cultuur)krachten en patronen kenbaar te maken die in mezelf, groepen en de samenleving spelen. En te laten zien hoe je deze kunt (leren) hanteren bij crisis, verleidingen en (zware) tegenslag. Dat kan door het verschil tussen stereotiepe- en constructieve houdingen te laten zien via (voor) beelden, verhalen, oefeningen. Zodat mensen meer mogelijkheden ervaren. Ook al heb ik beperkingen, daar kan ik aan werken. Dat is mijn talent en ik heb vrienden die willen helpen.

De eigen uitdaging is als een licht in het donker en laat je zien wat je te doen staat. Mensen kunnen zelf beslissen een lichtje te zijn (Etty Hillesum). Ook als dat licht soms ver weg is en je er van tijd tot tijd een potje van maakt. Dat is niet zweverig. Het is een droom en nuttig tegelijk.

Verbeeldingskracht over de top

Roze wolken helpen om te dromen. Maar als je je teveel verbeeldt, kun je in mist terecht komen. En moet je uitkijken dat je geen fantast gaat worden (bron: Krachtenspel.nl).

Vanuit de droom kunnen we, met oog voor de realiteit, verder ontwikkelen. Verder dan we dachten. Deze missie heeft ook een gevaarlijke kant. De constructieve houding van een Dromer kan veranderen naar een Fantast, een Warhoofd of zelfs een Paniekzaaier (bron: www.Krachtenspel.nl). Daar dreigt de valkuil van de illusie. Als je elkaar uit het oog verliest, kun je in je verbeelding verdwalen. In wanen gaan geloven. De vraag is: Ben je nog aanwezig? Houd je elkaar vast? Geef je je grenzen duidelijk aan? Het gaat om (arche)typische houdingen die we kunnen leren hanteren.

In ons element

Sommige rollen zijn van vitaal belang: Leiders die opstaan en aangeven wat er moet gebeuren. Dromers die het perspectief aanreiken. Harde Werkers die aan de gang blijven. Strijders die vechten voor de kwaliteit van leven. Sfeermakers die de humor erin houden, dansen of een lied zingen. Goede Sprekers die de communicatie helder houden. Wijzen die de verhalen vertellen en de moed erin houden (bron: www.Krachtenspel.nl).

Kracht en kwetsbaarheid

Leiders hoeven niet voortdurend zeker te zijn van hun zaak. Het gaat om (bege)leiders die hun krachtbronnen kennen, steeds weer in hun kracht komen en elkaar helpen. Dat gaat samen met gevoelens van onzekerheid. De koning had het er al over. De kernvragen dagen ons uit. Onzekerheid, twijfels en pijn horen erbij. Je hoeft als leider niet je gezicht te verbergen. Je hoeft als dromer niet gelovig te zijn. Je hoeft als harde werker er niet bij neer te vallen. Je hoeft als sfeermaker geen mooi weer te spelen. Kracht en kwetsbaarheid hebben elkaar nodig. Een crisis kan zorgen dat mensen veel meer kunnen dan ze dachten.

Wij gaan verder met het verhelderen van deze typische houdingen en rollen op Krachtenspel.nl. Sociaal-emotionele educatie voor jong en oud. Op www.Krachtenspel.nl (open source, non-profit), staat concreet gereedschap, werkmateriaal om deze krachten in groepen te leren hanteren en de nodige capaciteiten te ontwikkelen.

 

Waar haal je de kracht vandaan als je aan de kant ...

We bereiden een workshop voor voor de deelnemers van het Werkwiel in Wageningen, een netwerkgroep van werkzoekenden. Hoe kunnen wij de deelnemers stimuleren en ondersteunen? Marijke is erbij als een van de coördinatoren en ook ervaringsdeskundige. Lieke is bij het overleg als deelnemer. Ze is sinds een jaar werkzoekend en afgestudeerd op het vlak van gezondheid en maatschappij in Wageningen. Hoe sluiten we bij hen aan? Kan het gereedschap van Krachtenspel.nl iets betekenen? Dat zoeken we samen uit.

Een goede plek zoeken

De achtergrond van de deelnemers aan de workshop is heel verschillend. De meeste mensen zouden eigenlijk prima aan het werk kunnen. Maar een goede plek vinden, is een hele opgave. Sommige deelnemers zijn boventallig geworden en hebben een dijk aan ervaring; anderen zijn met succes afgestudeerd maar lukt het niet – ondanks studie, capaciteiten, vele brieven en vrijwilligerswerk aan de bak te komen. Je hebt bijvoorbeeld te weinig ervaring, zeggen ze. Maar hoe krijg je die zonder een geschikte werkomgeving? Zonde van de talenten die blijven liggen! Wie is hier eigenlijk verantwoordelijk? Wat doet de overheid voor mensen die te lang moeten zoeken om de goede klik te vinden? Het komt erop neer dat je het zelf maar moet uitzoeken en blijven netwerken totdat het lukt. Tot frustratie van een grote groep mensen die prima aan het werk kunnen maar het niet vinden. Lieke geeft aan dat ze het fijn vindt om na vele brieven andere mensen in dezelfde situatie te ontmoeten, ervaringen te delen, om te gaan met de onzekerheid die door de situatie ontstaat, extra vaardigheden te ontwikkelen en tips en suggesties te krijgen. Het is voor haar en andere jonge mensen frustrerend om te blijven hangen in baantjes die ver onder het niveau liggen. Zo kun je je zelf niet verder ontwikkelen. Als ze kijkt naar studiegenoten in dezelfde situatie gaan ze soms promoveren of nog meer vrijwilligerswerk doen. Meer netwerken is belangrijk, constateren we samen. En kunnen doorzetten.

Je eigen verbeelding hanteren

Wat kan het gereedschap van Krachtenspel.nl doen voor deze doelgroep? In eerste instantie lijkt het of de problemen op de website zoals omgaan met agressie, manipulatie en verwarring meer een sociaal probleem vormen dan ingaan op de vragen van deze doelgroep. Maar als we de link maken met hoe de krachten achter deze sociale problemen in concrete situaties op de deelnemers persoonlijk inwerken wordt duidelijk hoe de krachten inwerken op deze doelgroep. Maatwerk leveren en het in de context plaatsen, daar gaan we voor zorgen in de workshop. Het gaat om het verder ontwikkelen van specifieke capaciteiten in probleemsituaties. Daar ligt de uitdaging. Juist als je een tijd aan de kant staat, kunnen deze krachten je parten spelen! En kun je bijvoorbeeld van een Dromer in een Warhoofd veranderen. De (arche)typen op de website geven een helder beeld van welke houding wel – en niet constructief is en laten je gericht oefenen.

Voorbeelden

Belangrijk is het om te ontdekken en te ervaren hoe je je beweegt in het krachtenspel van de tijdgeest. Om te oefenen in balans en een stereotype houding te vermijden. Dat betekent bijvoorbeeld:

·       Niet jezelf aan te vallen en verwijten te maken als een sollicitatie niet lukt (dan wordt je een Aanvaller in plaats van een Strijder);

·       Niet jezelf op te gaan jagen en in termen van “moeten” te denken als je in een dip zit (dan wordt je een Opjager in plaats van een Harde werker).

·       Niet allerlei dromen en mogelijkheden te blijven verzinnen maar te focussen (dan word je een Warhoofd in plaats van een Dromer).

We kiezen de droomgeest om mee te werken. Het gaat er bij de Dromer om om je verbeelding te hanteren. Ook diep van binnen. Een sociaal probleem zoals verwarring is heel relevant voor mensen die werk zoeken! Het gaat ook om de ontdekking wat de samenleving, de cultuur met jou doet. Hoe mensen je onbewust naar de kant kunnen duwen. Of afschrijven. Mensen die (ander) werk zoeken, hebben extra last van krachten in de samenleving die uit balans zijn! Voordat je het weet, denk je dat het aan jezelf ligt. Of je nu ouder bent en boventallig, een beperking hebt of nog niet op de goede plek. Lieke herkent de Dromer in zichzelf die soms te veel kanten op gaat en een Warhoofd wordt. We gaan in de groep kijken hoe de deelnemers in de praktijk met hun dromen omgaan. We willen voorbij de bubbels en luchtbellen gaan en oefenen in hoe je vanuit je verlangen nog meer je plek kunt innemen en focus kunt houden. Lieke schrijft een stukje voor de krant in Wageningen over de workshop.

Samen dromen doen

Op de workshop in het Werkwiel komen op 21 januari heel wat mensen opdagen. Ik ben blij dat we samen de workshop hebben voorbereid. Marijke helpt me om af te stemmen op de doelgroep, de vragen aan te scherpen en vraagt extra ruimte als het nodig is. We doen oefeningen om de eigen verbeeldingskracht te versterken. De oefening die het meest indruk op de deelnemers maakt, is een geleide meditatie waarbij de deelnemers dicht bij hun verlangen komen en er een duidelijk beeld van krijgen. En het beeld in hun lichaam verankeren zodat ze het bij hen blijft. Als de deelnemers hun ogen open doen zijn ze veranderd. Ik zie ogen glinsteren, mensen zien elkaar, de energie straalt. Het is ontroerend om met elkaar te delen waar je eigenlijk naar verlangt. Dan word je ook door je verlangen geleid!

Ik krijg de suggestie mee om bij de vrijwilligerscentrale in Wageningen een workshop te houden zodat meer vrijwilligers met dit gereedschap kunnen gaan werken. In het komende jaar gaan we het educatieve netwerk verder uitbreiden. Voor vrijwilligers en professionals. Voor personen en organisaties die ermee willen werken. Met weinig voorwaarden en een kleine bijdrage. Op 3 april is de volgende workshop over Dromen doen.

De naam van Lieke is om privacyredenen gefingeerd.

 

Hoe kun je omgaan met verleidingen en tegenslag? E...

Je kunt jonge mensen weerbaar maken als je ze de krachten die spelen in de samenleving leert hanteren. Dat kan alleen als je zelf leert omgaan met verleidingen en tegenslag. Hoe doe je dat?

Auteur: Mieke Vollenhoven

Soms vraag ik aan mezelf in welke spiegel ik kijk. Om niet meegetrokken te worden door verleidingen. Me niet op de kop te laten zitten door tegenslag. Me niet te laten frustreren door beperkingen. Mijn talenten optimaal in te zetten vanuit mijn drijfveren. Die uitdaging geldt denk ik voor alle mensen met een pedagogische opdracht. De toekomst waarop we jonge mensen willen voorbereiden is onzeker. Wij zijn als een schilderij dat nog niet af is. We lopen op een weg die nog niet begaan is. Onze eigen toekomst is onzeker. Maar we moeten iets doen. Je kunt jonge mensen toch niet zonder bagage de toekomst in sturen? Ze hebben een goede kaart nodig, het nodige gereedschap. Welke verleidingen en tegenslag zullen zij tegenkomen? Da’s een goede vraag. Maar nog veel effectiever is de vraag: Hoe hanteren we zelf verleidingen en tegenslag? Hoe doe ik dat?

Op je eigen troon

Het leven van coaches, docenten en opleiders is vol van verleidingen. Ik noem wat voorbeelden: De verleiding om in de oude voetsporen te blijven; De verantwoordelijkheid niet nemen. Nergens achter gaan staan; In de spiegel van anderen blijven kijken. Nagaan of ik wel voldoe aan hun verwachtingen; Geen tegenwicht bieden waar dat nodig is. Uit angst voor pijn of gezichtsverlies; Op de troon blijven zitten van verouderde opvattingen.

Het is de kunst om elke keer de uitdaging opnieuw aan te gaan en uit te vliegen. De reis van een docent, (hoog)leraar of coach die wil inspireren, is de reis van een held. De kaarten die je hebt verouderen. De wegwijzers draaien nogal eens door de wind. De wereld verandert snel. De sociale onrust neemt toe. De belangen worden wereldwijd groter. Het krachtenspel van de tijdgeest vraagt niet alleen om een eigen visie maar ook om stappen die kwetsbaar kunnen maken.

Afgeleid door stemmen

Veel docenten, coaches en opleiders willen, net als ik, jonge mensen weerbaar maken. Hen klaarstomen voor de toekomst met alle verleidingen en tegenslag. Maar we worden zelf voortdurend afgeleid van onze pedagogische taak: Maak het jezelf toch niet zo moeilijk; Waar begin je aan? Dat lukt nooit! Je doet genoeg. Het is de taak van de ouders.

Die (innerlijke) stemmen helpen niet echt. De volgende wel: Dat je op zo’n manier de uitdaging aangaat met die studenten. Die gaan het nooit vergeten! Geweldig om in een klas te zitten waar je als leerling mag bewegen; Je gaat voor je droom. Wat mooi dat je al zover bent gekomen.

Krachten leren hanteren

De kunst is om zelf de krachten van verleidingen en tegenslag te leren hanteren. Eigen belemmerende overtuigingen te overwinnen. Kansen te grijpen ook al heb je beperkingen. Op basis van nieuwe inzichten dingen uitproberen. Om feedback blijven vragen en je koers bijstellen als het nodig is. Als ik dat doe, dan kom ik andere mensen tegen die dat ook doen. Zo werkt enthousiasme. Je steekt elkaar aan. Zo komt er een beweging, een netwerk op gang. Soms gaat het snel. Soms duurt het lang. Dat hangt ook af van hoe nieuw je visie is. De uitdaging is om steeds beter te leren omgaan met verleidingen en tegenslag. Het volgende verhaal gaat over de verleiding om op de eigen troon te blijven zitten:

Ergens in onze wereld leeft een Koningin. Ze is de baas en bepaalt de regels en wetten. Dat is ze gewend. Iedereen luistert naar haar. Of je er zin in hebt of niet. Als je dat niet doet, lig je eruit. Ze doet wat ze belangrijk vindt. Ze houdt niet van kritiek. Soms vraagt ze haar adviseurs om raad. Als ze zin heeft. Op een dag vraagt ze aan haar meest wijze adviseur hoe ze haar gezag groter kan maken. Ze wil dat mensen niet alleen volgen maar in haar geloven! Meer vertrouwen hebben. Hij zegt tegen haar: “Als u dat wilt bereiken, dan moet u oefenen. Elke dag”. Ze is verontwaardigd. Hoe durft hij haar de les te lezen! En ze stopt hem in de gevangenis diep onder het paleis. Ze wil hem niet meer zien. Maar soms denkt ze aan hem. Na een jaar mag hij om een gunst vragen. Hij vraagt een jong kalf om hem gezelschap te houden. Na een paar jaar is ze nieuwsgierig hoe het met hem gaat. Ze laat hem komen. Zal hij zijn lesje geleerd hebben? Ze zit op haar troon en kijkt naar hem uit. Daar komt hij aan. Wat ziet hij eruit! Hij loopt langzaam en draagt een koe op zijn schouders! Twee poten aan elke kant. Ze is stomverbaasd en krijgt er nog net uit: “Hoe krijg je dat voor elkaar?” Hij staat daar en zegt: “Elke dag oefenen Majesteit”.

Elke dag oefenen

Dat verhaal heb ik ooit, toen ik nog jong was, in de coachopleiding gehoord van Piet Weisfelt. Ik zal er wel een eigen verhaal van hebben gemaakt. Maar het beeld van de koningin is mij bij gebleven. Ik had het met haar te doen. Ze leek me eenzaam in haar paleis. Zo koel dat ze vast geen plezier had. Zo druk met regelen dat ze de ene bijzondere adviseur in haar rijk niet goed zag. Zo gewend aan haar macht, dat ze niet zag dat gezag van een andere orde is. Een dergelijke koningin wordt pas wakker als ze stomverbaasd is. Pas dan, realiseert ze zich, dat ze elke dag moet oefenen om te krijgen waarnaar ze eigenlijk verlangt. Het vraagt veel oefening om het diepste verlangen te volgen, oude patronen los te laten, geestkracht te ontwikkelen. De stem van je hart te volgen. De eigen stemmen te onderscheiden, mitsen en maren te doorzien en niet te projecteren op de buitenwereld. Het vraagt veel oefening om – door alle tegenslag heen – te creëren wat eerst onmogelijk leek. Bijvoorbeeld als koele koningin een inspirerend leider worden.

Het wijze verlangen

Als je dat wilt, moet je van je troon af en de kelders van je paleis ingaan. Om na veel oefening, de eigen beestachtige krachten te dragen – en daarna weer op die troon durven klimmen. Wonder boven wonder, heeft deze koningin, diep in haar onbewuste, een leuke sterke kant die nooit opgeeft. Dat is de wijze adviseur, de wijsheid van het verlangen in haar. Dan vliegt de ziel als een vogel. Dan wordt het goddelijke werkelijkheid. Of …hoe zeg jij dat? Hoe je het ook verwoord, deze kant van haar geest heeft eigenlijk de hoofdrol in dit verhaal.

Wonderen, onbegrijpelijke factoren, kunnen mensen diep raken en helpen om er in zware tijden boven op te komen. Wonderen zoals een ijskoningin die smelt, een man die een kalf draagt, tranen op de juiste plek, vrienden die niet wegkijken, een goddelijke lach, een menselijke spiegel, een verhaal dat de ziel raakt… We zijn gewend om te meten of iets hoger of sneller gaat. Hoeveel geld het kost en opbrengt. Dat is de huidige cultuur, de mechanismen zoals ze werken. Het is een illusie dat de resultaten die daar uit voortkomen de essentie van ons werk bepalen. Onze niet-cognitieve capaciteiten vragen vooral om visie, geestkracht en diepgang. Met een knipoog van boven af. We hebben – naast kennis en vakwerk – veel ruimte nodig voor experimenten op dit gebied. Anders werkt ons werk op de lange termijn averechts. Wie geeft deze ruimte om te oefenen een plek? Waar zijn middelen om interventies op dit gebied te bekostigen? Ik zou het graag weten voor het project waar ik me voor in zet.

Een opdracht als een dans 

Om de missie te bereiken, kunnen we in de kelders van ons paleis ontdekken wat we ergens al weten. Het kalf leren dragen op onze schouders. De krachten in onszelf leren hanteren. Krachten die dieper gaan dan meetbare competenties. Evidenced based geldt hier niet of nauwelijks. Dit experiment, deze oefening gaat ook om het voeren van de strijd met mijn eigen mitsen en maren en die uit mijn omgeving. Het vinden van mijn ritme en dat van anderen. Het overwinnen van mijn weerstand. Deze visie gaat om het openen van ogen en oren. De pedagogische opdracht is als een dans die er elke keer anders uit ziet. Ik heb mijn lichaam – voorbij de woorden – in beweging te brengen om het gemeenschappelijke ritme, onze mogelijke beweging te vinden. Werken aan de persoonsvorming van jonge mensen, is geen eenrichtingsverkeer. Je doet het ook voor jezelf. Het is identiteitsontwikkeling, teamontwikkeling en cultuurontwikkeling tegelijk. Sociaal-emotionele educatie is niet alleen een pedagogische – maar ook een maatschappelijke opdracht. Het gaat om krachten in onze samenleving zoals:

–       Het geweld dat we onszelf aandoen en de kracht van de liefdesstrijd;

–       De energie die we laten weg lekken en de energie die gaat stromen;

–       De manipulatie die we ons laten wel gevallen en de weg die we veroveren;

–       De verleiding om te blijven zitten op de troon en het meegaan met de stroom;

–       Het nieuws dat we volgen en woorden die werkelijk indruk maken;

–       De overheersing via vaste patronen en persoonlijk leiderschap;

–       De verwarring van vage idealen en illusies en de droom die uit komt in het contact.

Deze krachten (bron: Krachtenspel.nl) zitten diep verscholen in ons zelf en de samenleving. Er is een visie nodig om de krachten te verhelderen. Gereedschap om de krachten te leren hanteren. Gereedschap zoals beelden, symbolen en verhalen. Om de krachten van verleidingen en tegenslag duidelijk te maken aan (jonge) mensen hebben we op de website Krachtenspel.nl zowel een visie als werkmateriaal gezet. Een voorbeeld is het korte verhaal Het krachtenspel dat ik als metafoor heb geschreven. In dit verhaal is de koningin een inspirerend leider geworden. Ze geeft haar ministers concrete opdrachten om de sociale uitdaging in haar rijk aan te gaan. Het krachtenspel van de tijdgeest te leren hanteren. En de sociaal-emotionele onrust aan te pakken. De ministers gaan – met al hun kennis en inzichten – het experiment aan. Door deze beweging komen er oplossingen in zicht. Zo komt het tot een gemeenschappelijke voorstelling van de ministerraad waar iedereen van geniet. Licht aan de horizon. Het verhaal is geschikt voor jong en oud en staat op de website Krachtenspel.nl (zie de verhalen). De website is open source. Je kunt er direct een keer mee aan de slag in je eigen organisatie. De oefeningen staan erbij. Als je eerst een keer samen met ons wilt oefenen ben je welkom op de inspiratiemiddag op 4 oktober in Amersfoort. Voor meer informatie zie: Nieuws/activiteiten op www.Krachtenspel.nl.

 

Welke meetlat is nodig voor persoonsvorming en een...

Welke meetlat is er nodig voor persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie? Is beter, hoger, sneller dan het juiste criterium of meer geld? Willen we visie en doel vastleggen in een soort Sociaal Klimaatakkoord en begeven we ons dan op glad ijs? 

Auteur: Mieke Vollenhoven m.m.v. Dirk van der Spoel en Chris Zitter

Jazeker, dat akkoord zouden we graag willen en we begeven ons beslist op glad ijs. Het sociaal klimaat speelt immers op een gevoelig terrein, vol onverwachte hoeken en gaten. In groepen leven verborgen krachten. Krachten die onder gedachten verscholen liggen, zoals verleidingen, misverstanden en tegenslag. Er komt op dit terrein, sociaal-emotioneel gezien, storm en tegenwind op ons af. Zijn de wetenschappers aan de sociale milieutafels het al eens over het omgangsklimaat en over de maatregelen die nodig zijn? Als dat zo is kunnen we, hoop ik, snel richting een Sociaal Klimaatakkoord.

Voor zo’n akkoord is bedachtzaamheid nodig, dat mag niet een haastklus worden. Want het gaat bij persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie om kwetsbare zaken als overtuigingen, mentaliteit en identiteit. Om dynamische krachten die voor sociale cohesie of onrust zorgen. Daar rotzooi je niet mee. Het is wel de vraag of professionals (leiders, experts, opleiders, coördinatoren, coaches en docenten op dit gebied) in school of bedrijf deze krachten kunnen herkennen en hanteren. Kunnen die professionals ervoor zorgen dat leerlingen, studenten en collega’s er beter mee leren omgaan? Gelukkig kan dat, maar het vraagt wel om een andere bril en een zorgvuldige aanpak.

Waar zitten de hoeken en gaten op dit terrein? 

Dit sociale terrein is lastig te onderzoeken. Het is te vergelijken met de kracht van elementen: het kan er gaan stormen of er verspreidt een lopend vuur. In het sociaal-emotionele klimaat red je het niet met alleen een rationalistische insteek. Daarmee kun je er wel over praten, maar daar blijft het dan vaak ook bij. Het gaat juist om doen, ook om verantwoord experimenteren met methodieken die zich in de praktijk bewezen hebben. Met meer regels en straffen kom je niet ver in dit klimaat. Het is nodig om effectief te kunnen reageren in stresssituaties, bij onderbuikgevoelens, sociale muren, nepnieuws en oude pijn. Je moet een situatie snel kunnen inschatten en weten wat je doet, ook al heb je geen tijd om na te denken. Zeker in zwaar weer reageren mensen minder beheerst, meer vanuit hun onderbuik; dat gebeurt letterlijk, ook in de hersenen. Hoe hanteer je dat?

Professionals kunnen dit thema niet zomaar over laten aan bedrijven of de overheid, omdat het om onze identiteit gaat en bijvoorbeeld het curriculum op scholen. Wat leren we leerlingen en studenten? Het wordt tijd voor veel (school) organisaties om een duidelijk standpunt in te nemen over hun leer- en werkklimaat en daarin te oefenen. En een antwoord te geven op de vraag: Hoe kunnen we de participatiesamenleving samen tot een succes maken? Wat ik graag zou willen is dat we meer inzetten op een Sociaal Klimaatakkoord.

Waar staan we nu?

Je kunt als leider alleen met voldoende perspectief, met een goede stafkaart van het terrein, aan dit thema werken en samen op weg naar zo’n akkoord gaan. Voordat je op weg gaat, moet je je precieze locatie op die kaart weten. Waar sta je, wanneer het om persoonsvorming gaat, om niet-cognitieve vermogens, groepsdynamische en vormende krachten, mentaliteit, pedagogische tact, identiteit en cultuur? Het gaat om wie we zijn en willen zijn. Organisaties en bedrijven zullen meer tijd en energie moeten steken in niet-cognitieve vermogens, in capaciteiten voor zelfredzaamheid, welzijn en verantwoordelijkheid. Want daar hangen de prestaties sterk mee samen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)* heeft het over doenvermogen in de publicatie ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid’.  

Waar kiest het onderwijs, het bedrijfsleven of de zorg voor? Vanuit welke visie en welke kernwaarden? Welke vermogens, capaciteiten gaan we vooral aanspreken? Welke valkuilen willen we vermijden? Gelukkig hoeven we niet alles opnieuw te ontdekken. Er ligt bruikbaar, bewezen effectief materiaal op dit gebied. Een voorbeeld daarvan is: Focus 3, instrument om beleid te toetsen op pedagogische kwaliteit**. Dit instrument gaat in op zowel de pedagogische, de psychologische en de levensbeschouwelijke kwaliteit van scholen. Het gaat niet zozeer om de invulling maar om een brede meetlat, een toets waarmee je samen kunt kijken waar je staat en welke kant je op gaat. Wat zijn je basale keuzes, wat is je mensbeeld, wat je focus en welke kwaliteitscriteria je hebt op dit gebied. Als je niet met een kritische bril zoals deze kijkt, kun je als organisatie niet je koers bepalen en niet overeind blijven. Dan wordt het voor je bepaald wat leerlingen en studenten (cliënten, patiënten etc.) leren.

Verantwoorde focus

Een duidelijke meetlat is een kaart, een kompas, een focus en toets tegelijk. Je meet met het instrument de kwaliteit van je (school)organisatie op dit gebied, ook onderweg. De focus is allereerst gericht op de ontwikkeling van leerlingen en studenten, hun Welzijn en Verantwoordelijkheid. Dat vraagt van leiders dat ze naast het managen en besturen van de organisatie, een duidelijke rol op zich willen nemen als Coach en Inspirator. Uitgangspunt is het mensbeeld, een realistische visie op de essenties van mens-zijn. Hoe kijken we naar onszelf, wat zien we aan onze zon – en schaduwzijde? Focus 3 geeft de volgende Essenties van mens-zijn aan in het spanningsveld: Verbondenheid en gebrokenheid, Uniciteit en schaduwzijde, Creativiteit en stagnatie, Succes en falen. De hele organisatie en het hele ontwikkelproces staan ter discussie. Het gaat bij persoonsvorming niet om een vak in een beperkte vrije ruimte! Het gaat in deze focus om voortdurend professioneel: Inspelen op de behoeften van (jonge) mensen: Contact, Grenzen, Verbeelding en Contract; Ontwikkelen van capaciteiten zoals: Vertrouwen, Autonomie, Initiatief en Constructiviteit; Bewaken van de menselijke maat aan de hand van duidelijke criteria als (sociale) Veiligheid, Evenwicht, Perspectief en Integratie. De behoeften, capaciteiten, criteria en doelen zijn in Focus 3 aangegeven. Professionals en scholen bepalen in de toets in welke mate ze hieraan willen voldoen.

De route en de kaart

Als we een realistisch vertrekpunt hebben, de kaart en de koers die aangeeft waar we voor werken, dan kunnen we stap voor stap op weg naar een Sociaal Klimaatakkoord. Dan kun je als professional betrokken en kritisch reageren op de ontwikkelingen en de gevolgen voor (jonge) mensen en hun leefwereld. Met zo’n duidelijke kaart ben je als leider, professional niet overgeleverd aan de valkuilen op dit terrein, dit gladde ijs. Professionals in organisaties kunnen niet zonder een duidelijk beleid op dit gebied. Ze staan voor de uitdaging om beter te leren omgaan met de houdingen van mensen, omgangsklimaat, overtuigingen en mentaliteit. De krachten van de geest bewegen zich als de wind om je huis, een mogelijke veenbrand in eigen gelederen, gevoelens die ineens opspelen.

Er zijn op dit moment grote verschillen in visie en aanvliegroutes op het gebied van persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie. Er zijn allerlei ontwikkelgroepen druk bezig beleid te maken. In de euforie van Curriculum.nu dreigt juist dit onderwerp te worden overgeslagen, onder meer door de verschillen in opvatting. De vragen die mij voortdurend bezighouden zijn: welke instrumenten kunnen over de vakgebieden heen reiken? Welke toetsen helpen om te komen tot een Sociaal Klimaatakkoord? Welke taal kan professionals verbinden? Het gaat om een taal die ook toegankelijk is voor leken, om de kloven in de samenleving te overbruggen. Wij, die ervoor doorgeleerd hebben, moeten het vakjargon leren loslaten, verschillen overbruggen en met de tijd meegaan: Bewegen, leren loslaten en een moderne, passende jas zoeken. Eentje die lekker zit. Uiteraard zonder de baby met het badwater weg te gooien.

Wat werkt niet?

Effectief reageren is extra lastig in stressvolle situaties. Dat geldt ook voor (school)organisaties die op dit gebied keuzes moeten maken. Wat is een niet-effectieve reactie? Ik tap nogmaals uit het WRR-rapport “Weten is nog geen doen. Daarin wordt aangegeven wat voor burgers niet-effectieve reacties zijn op stressvolle situaties. Wat niet werkt is:

Vermijden, doen alsof er niks aan de hand is, dringende zaken zoals de niet-cognitieve vermogens links laten liggen, om de hete brei heen draaien, vooral de ‘meetbare’ vakken mee laten tellen; Rationaliseren, je als overheid, experts vooral bezighouden met informatie, nieuw onderzoek en argumenten, nog meer regels en sancties; Paniekvoetbal, averechtse beslissingen, niet nadenken, mogelijke oplossingen die er zijn geen kans geven, alleen naar je eigen partijbelangen kijken; Te veel vragen van burgers (en organisaties) in stressvolle omstandigheden; Teveel invullen voor de ander (geen ruimte overlaten voor eigen keuzes); Korte termijn denken, iets aannemen wat aantrekkelijk en bruikbaar lijkt; Isoleren. Als je in je eigen bubbel leeft, dan zie je gevaren niet op tijd aankomen.

Valkuilen

In Focus 3 worden de volgende valkuilen genoemd als het om het meten van pedagogische kwaliteit gaat:

1.   Bevoogding. Overheid, docenten of opvoeders die overbezorgd zijn, te veel bemoeienis hebben. Onderwijs als moederkloek. Het ophemelen van kinderen of een gebrek aan duidelijke grenzen. De uitdaging is om te relativeren, verantwoordelijkheden duidelijk te maken en lef te tonen;

2.   Chaos (vrijblijvendheid). Erop rekenen dat jonge mensen zichzelf wel ontplooien. Onderwijs in losse brokken, te veel overlaten aan keuzes van leerling/student. De uitdaging is om te verbinden en te begrenzen, orde, samenhang en meer richting;

3.   Illusie. Droombeelden los van de realiteit; overdaad aanbieden, onderwijs als supermarkt. De uitdaging is om de eigen koers te kiezen, te inspireren en meer te profileren.

4.   Te hoge werkdruk en prestatiedwang. Het moeten (aan)leveren van gegevens en specifieke prestaties die te veel tijd opslokken. Onderwijs als bedrijf. De uitdaging is ruimte en tijd (eisen) bewaken, prioriteren, focus houden.

Doenvermogen nodig

Hoe kunnen we dat ‘doenvermogen’ van de WRR* toepassen voor persoonsvorming en sociaal emotionele educatie? Als we de kennis daarover gericht inzetten binnen onze eigen koers is dat constructief. Zolang dat maar niet de enige capaciteiten zijn die gaan tellen. Want het gaat niet alleen om zelfredzaamheid. Wat bedoelt de WRR* precies met dat doenvermogen in zijn publicatie? Volgens de Raad vallen daar onder: “een doel te stellen, in actie komen, volhouden, leren omgaan met verleidingen en tegenslag”. Als je dat kunt als burger, dan red je het veel beter met je geld, gezondheid en werk, ook in moeilijke tijden. Deze niet-cognitieve mentale vermogens zijn echter niet simpel te trainen. Anders zouden alle scholen dat al lang opgenomen hebben in hun leerplannen. Het gaat ook om temperament: Pakken mensen een probleem aan? Of gaan ze het liever uit de weg? Met die instelling ben je zo’n beetje geboren. De volgende niet-cognitieve vermogens zijn belangrijk voor de zelfredzaamheid en ook wel goed te trainen: zelfcontrole, geloof in eigen kunnen, omgaan met emoties, reflecteren op eigen houding, waarnemen van situaties, effectief reageren, doelen stellen en beter volhouden. Er is al veel succesvol materiaal op dit gebied en met Krachtenspel.nl leveren we ook een bijdrage. Veel methodieken die ik bedoel zijn echter moeilijk te vinden. Het gebied krijgt bovendien elke keer weer een andere naam. Vanuit een andere invalshoek. Dan heet het bijvoorbeeld niet “doenvermogen” (term van psychologen?), maar sociaal-emotionele ontwikkeling, persoonsvorming, actief burgerschap, sociale veiligheid of relationele vorming.

Om welk profijt gaat het?

Tot zover het WRR-rapport. En dan komt hier weer het gladde ijs…

Nu duidelijk is dat je het doenvermogen kunt trainen en het veel betere prestaties oplevert, zien allerlei grote Spelers op de markt daar de winst van in. Daarom bemoeien ze zich graag met dit terrein. Als ze dat grondig doen en er weinig speelruimte overblijft, hoe vermijden (school)organisaties dan de genoemde valkuilen? Qui Bono? Om welk profijt gaat het? Van wie? We willen toch niet alleen onderwijs dat de psyche van (jonge) mensen mentaal klaarstoomt om vooral prestaties te leveren ten behoeve van de economische groei? Als die ontwikkeling zou doorzetten, gaat het gegarandeerd meer (jonge) mensen opleveren die met hun ziel onder de arm lopen en de zin van hun leven missen. Tenzij die grote Spelers bezield en enthousiast meewerken aan het leer- en leefklimaat en een Sociaal Klimaatakkoord… 😉. Het gaat niet uitsluitend of vooral om prestatie op scholen. Dat is een valkuil. Het gaat ook om sociale cohesie, verbinding, ontwikkeling van de genoemde capaciteiten, autonomie, inspiratie en sociale samenwerking.

Kompas, thermometer en spiegel

We hebben dus een gemeenschappelijk meetlat nodig met een menselijke maat. Een duidelijk visiekader dat kan leiden. Maar dat moet ook weer niet knellen. Naast concrete doelen is er ruimte nodig om je te laten leiden en coachen. Wonderen, onbegrijpelijke factoren voor de wetenschap, kunnen helpen om er in stressvolle tijden boven op te komen: tranen op de juiste plek, een ijskoningin die smelt, vrienden die niet wegkijken, een goddelijke bron, een menselijke spiegel, muziek en kunstenaars. We zijn gewend om te meten of iets hoger of sneller gaat en hoeveel geld het kost. Dat is makkelijker. Maar onze mentale vermogens moeten we niet te veel richten op meetbare prestaties die gemakkelijk te meten zijn. We zijn als mens meer dan dat. Je moet ook elke dag tijd en ruimte over hebben om andere dingen te doen dan werken en leren. Ruimte om creatief en sociaal te zijn. Anders werkt het op de lange termijn averechts. Daarom is er niet alleen een meetlat nodig die kijkt hoe groot we zijn. Maar ook een meetlat die lijkt op een kompas, een thermometer en een spiegel en NU voldoende oefening biedt:

1.   Voor de focus is een meetlat als Kompas nodig dat we samen kunnen gebruiken. Op het gemeenschappelijke kompas kun je samen bekijken en bepalen waar je bent op dit gebied, hoever je bent en waar je naar toe gaat;

2.   Voor een succesvolle samenwerking zijn concrete opdrachten handig die leiden naar een gemeenschappelijke Uitvoering, een voorstelling waarin mensen kunnen zien wat de leiders concreet gaan doen.

3.   Om bij de tijd te blijven, is het nodig om NU te oefenen in het omgaan met sociale problemen zoals: (verbaal)geweld, werkstress, manipulatie, verleidingen, nepnieuws, overheersing en verwarring etc. Daarbij gaat het ook om krachten die onder gedachten spelen;

4.   Voor de inspiratie is een Spiegel fijn. Om te kunnen reflecteren op (niet) effectieve reacties op de krachten in dit gebied;

5.   Voor de gezelligheid en de sfeer is een Thermometer handig. Eentje die je zelf kunt instellen. Want de een heeft warmte nodig, een ander koelte en sommigen een koude douche.

De letters van deze vijf punten vormen samen het woord: KUNST. Naast de huidige (top)SPORT- mentaliteit, kunnen we namelijk heel goed levenskunst gebruiken.

Het krachtenspel

Deze aanpak is ook uitgewerkt op de website www. Krachtenspel.nl (open source) in de vorm van sociaal emotionele educatie voor jong en oud. De auteurs hebben de website in eigen beheer en werken zonder commercieel doel. Ze willen het gedachtegoed zoals in Focus 3 en methodieken die zich bewezen hebben (weer) toegankelijk maken. Een nieuw eigentijds jasje geven. We zijn op zoek naar organisaties die vanuit dezelfde kernwaarden met ons willen samenwerken. Om welke methodieken gaat het? Om wat voor werkmateriaal? Een voorbeeld: In de downloads staat, het korte verhaal Het krachtenspel. De bovenstaande principes van (levens)kunst zijn hier toegepast: De koningin is inspirerend leider geworden en heeft de K van Kompas toegepast; Het komt tot een gemeenschappelijke voorstelling (U van uitvoering) van de ministerraad waar iedereen van geniet; Je kunt er als professional direct mee aan de slag. Het is voor alle leeftijden (N van NU); Er staan vragen en oefeningen bij om te reflecteren (S van Spiegel); En je houdt het lekker warm op een koude dag (de T van Thermometer).

*Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid. WRR-rapport nr. 97: Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid. 24 april 2017. Er is ook een samenvatting van beschikbaar.

**Focus 3, instrument om beleid te toetsen op pedagogische kwaliteit, Mieke Vollenhoven. (CPS, 1999). Dit instrument is met succes gebruikt als basis voor beleid in allerlei typen onderwijs. Voorbeeld: ROC Willem 1 College in Den Bosch. Deze organisatie heeft jaren later een prijs voor pedagogische kwaliteit gekregen (Coen Free). Er zijn bij de auteur nog exemplaren verkrijgbaar voor beleidsmakers. Graag een berichtje indien belangstelling.

Wat zit er in jongeren die met hun ziel onder de a...

Zijn ze verwend of moeten ze zich nog wat meer ontwikkelen? Nee, ze zoeken geen loopbaan maar een vliegroute…

Mieke Vollenhoven

“What’s your name? Vroeg de leraar terwijl ik voor de klas stond. Ik verstond het niet goed maar wilde dat niet toegeven. De klas zat te kijken en ik was bijna 13. Spannend. “Yes”, antwoordde ik op goed geluk. De leraar zei dat ik een 1 had en ik mocht weer gaan zitten. Vele jaren later, kreeg ik het cijferlijstje van dat jaar onder ogen. Samen met een briefje over mijn leerprestaties in de brugklas: “M. kan niet goed leren, ze mag blij zijn als ze ooit de MAVO haalt” stond erop. Gelukkig had ik meer succes toen ik het las.

Waar ga je naar toe?

Waar was ik met mijn hoofd? Misschien bij mijn vrienden die geen van allen naar die school moesten? Mijn moeder in het ziekenhuis? Ik zag die hele klas niet zitten. Ik had geen idee wie welke leraar was. Ik liep met mijn ziel onder de arm en was niet de enige. De hele klas deed het vrij slecht. De meeste bleven zitten of moesten weg. Wat was er aan de hand met die docent? En met de anderen docenten daar? Ik kende hun naam nauwelijks en zij de mijne niet. Het betrof het eerste jaar dat docenten – tegen hun zin in – met een ander systeem moesten werken. Een systeem dat er bij hen was doorgedrukt. Nou, dat was te merken. Jaren later ben ik, na diverse omwegen, afgestudeerd en nog later vertelde een specialist me dat ik hoogbegaafd was. Alweer een verrassing. Steeds weer die beoordeling.

Het voordeel van een dergelijke ervaring is, dat je erg gemotiveerd kunt raken. Je hebt je ziel te vinden, een naam te krijgen. Ik kreeg zin om iets te betekenen voor jongeren die met hun ziel onder de arm lopen. Maar dat wist ik toen nog niet. Ik zocht…zonder te weten waarnaartoe, vanuit het gemis. Eerst specialiseerde ik me in de ziel (heb ooit theologie gestudeerd), volgde later een gedegen coachopleiding en werd specialist op het gebied van persoonsvorming. Ja, zo heet dat nu. Elke keer heet het weer anders. Waarom vertel ik dit? Om te laten zien dat dit probleem van de ziel onder de arm niet nieuw is.

Welke krachten?

Welke krachten spelen in op jongeren die de weg niet vinden? Ik doe een greep uit de krachten op Krachtenspel.nl:

–       Is het de kracht om te spreken en te oordelen (de Praatgeest)? Een goede Spreker kan een Praatjesmaker worden of een Kwaadspreker. Dan schrijven mensen rare rapporten, roepen ze dat iets nepnieuws is of juist niet, gaan ze digitaal pesten, opscheppen of blijven ze maar kletsen;

–       Is het de kracht die mensen laat heersen (de Heersgeest)? Deze kracht kan zorgen voor afstand, kloven tussen de markt, de mensen, het geld en hun ziel. Als geld de nieuwe religie is (we moeten toch steeds cashen?), kan een Leider op die manier een Heerser of Overheerser worden. In plaats van een Leider;

–       Of is het soms de kracht die kan zorgen voor illusies (de Droomgeest)? Moeten mensen uitkijken dat ze niet te ver wegdromen. Een beetje realistisch blijven? Gewoon een baan zoeken en geld verdienen.

Maar hoe doe je dat als je met je ziel onder de arm loopt? Dan is het logisch dat je zoekt naar nieuwe wegen…De krachten spelen op elkaar in. In mensen, groepen en de samenleving. Dromen, verwarring, nieuwe ideeën, overheersing en perspectieven werken op elkaar in. Maar geen nood. De groep kansrijke jongeren die met hun ziel onder de arm lopen, vormt – juist vanwege hun verlangen – ook de groep mensen die nieuwe wegen kunnen vinden. De groep wordt groter, ook onder dertigers en ja, ook boven de 30 zitten ze erin.

Geen loopbaan maar vliegroute

Vertel me niet dat deze jongeren verwend zijn en gewoon iets moeten kiezen. Daarvoor zit het zwerven en het niet weten te diep. Het gaat in deze groep vaak niet om jongeren die wereldvreemd zijn en wat meer zicht op hun loopbaan en ontwikkeling nodig hebben. Het gaat niet om buitenbeentjes. Deze jongeren kunnen de wereld rondreizen, mooie baantjes vinden. Het gaat in dit geval niet om de behoefte aan een concrete beroepsopleiding. Of om een brede ontwikkeling. Deze jongeren weten best wat ze leuk vinden. Het gaat niet om een gebrek aan zelfinzicht, het is geen onwetendheid. Deze jongeren weten zichzelf vaak goed te presenteren en vertellen je graag hoe de wereld in elkaar zit…Het zit niet in hun hoofd.

Ziel onder de arm

Het probleem dat om een antwoord vraagt, zit er onder. In het gegeven dat deze jongeren met hun ziel onder de arm lopen. Die uitdrukking is er niet voor niks. Je ziel, dat ben je zelf. Je bent niet alleen je hoofd of hart maar het gaat om al je krachten. Je ziel hoort niet onder je arm te zitten. Als je hart de weg niet weet, zit het probleem ook in de wereld om je heen. Dan kun je – ook al loop je de hele wereld rond – en ben je populair, niet goed met jezelf uit de voeten. Dan ben je ergens, diep vanbinnen, niet verbonden. Je kunt je krachten niet bundelen. Je kent in zekere zin je eigen naam nog niet. Je hebt wel goeie vrienden en een aardige familie maar toch ben je jezelf kwijt. De vraag is niet alleen: Wie ben ik? Waar wil ik naar toe? Maar ook: Hoe kan ik op deze aardkloot iets betekenen? Deze jongeren zijn niet verwend. Ze zoeken geen loopbaan maar een vliegroute. Het antwoord op hun vraag kun je niet in een vak (of een extra vak) op school aanreiken. Een vak kan helpen maar met een vak creëer je geen andere wereld.

Waar haal je de kracht vandaan?

….Al toch zeker een jaartje of twee geen idee, wat te willen als we later ‘groot’ worden. Ergens moet ik de kracht vandaan halen, waardoor ik mijn doel, route, weg, of overstap op Utrecht centraal weet te bereiken. Langzaam maar toch zeker, kruip ik gestaag uit mijn bubbel en begeef mij weer op sociale media omdat het zo maar is zou kunnen zijn, dat ik het heb gevonden. Je kent het wel, een reden om op te staan en iets te betekenen voor de maatschappij, de geest krijgen…

Dit stukje is geschreven door een jonge man die net terug is van een “wereldreis”. Dat ging hem makkelijk af. Net als zijn laatste baan als manager. Maar het voldeed van geen kanten. Hij gaat nu – naast een baantje om rond te komen – als vrijwilliger werken bij het team van Krachtenspel.nl. Daar verdien je niks extra’s mee (hooguit een onkostenvergoeding) maar misschien levert het wel veel op. Ineens kreeg hij de geest bij het werken met het werkmateriaal dat op de website staat. Binnenkort gaan we samen naar een groep studenten die ook met hun ziel onder de arm lopen. Het gaat niet om het aanbod. Dat kan alleen helpen. Het gaat niet om de dialoog tenzij je met woorden de ziel kunt raken. Er kan alleen iets moois gebeuren als we naast inzicht ook ervaren dat het om onze kern gaat. Het gaat om een ander perspectief, de ervaring dat je de geest kunt krijgen. Het is niet eenvoudig. Je moet de geest, als je deze al krijgt, ook nog zien te behouden. Het gaat niet alleen om het lopen en het vliegen, maar je moet ook weer kunnen landen! Maar het kan lukken als je met je krachten aan het werk gaat, ermee aan het werk blijft en ook iets voor anderen wilt betekenen. Zouden we die ervaring, dat perspectief bij die studenten kunnen aanreiken? Dat zou een wonder zijn. Toch? De workshop heet: De geest krijgen met Krachtenspel.nl?

Goud voor de school? 

Wie zorgt er voor studenten die niet weten waar ze naar toe willen? Wie geeft hen op hun donder als dat nodig is? Het helpt als je er als coach voor kunt zorgen dat deze jongeren de geest krijgen. Dat ze ergens de kracht vandaan halen en gaan samenwerken. En iets gaan betekenen in de opleiding. Het gaat niet om een project of vak dat hen een bepaalde kant op stuurt. Wel om mensen als levende voorbeelden, een coach en inspirerend werkmateriaal. Er is een andere leef – en werkomgeving nodig voor jongeren die met hun ziel onder hun arm lopen. Een wereld die bezield is en uitdaagt. Waar begint die wereld? Precies op de plek waar het verlangen zit. Het gemis. Die plek is goud waard. Deze jongeren zijn goud als ze in hun element raken. Dan kunnen ze over hoge bergen vliegen. Net als de kraanvogel…

Als je de geest krijgt, vind je het niet erg dat je een stuk minder gaat verdienen. Dan ben je niet verwend! Jongeren die met hun ziel onder de arm lopen, hebben vaak een enorme gave. Ze missen hun betekenis met een kracht die je omver kan blazen. Ze willen ergens, hoe dan ook, de kracht vandaan halen. Uit zichzelf, vrienden, de geest van het leven… of hoe je de Geest van het leven ook noemen wilt. Ze blijven zoeken tot ze de smaak te pakken hebben. En – als ze de draad te pakken hebben – kunnen ze, omdat het diep zit, blijven doorgaan; niet meer loslaten. Dat zie ik. Ze willen iets betekenen dat je nooit met punten of geld kunt verdienen. Ze gaan niet voor de bijl voor mooie woorden, leuke presentaties, games, drugs of verkooppraatjes. Of je moet ze als coach zo op hun donder geven dat ze het – hoop ik – wel laten. Dat stellen ze op prijs. Geloof ik. Ze zijn niet onder de indruk van een coach die lief doet of goed kan luisteren. Ze willen inspiratie. Op de website Krachtenspel.nl (open source, non-profit) geven we – om dit te kunnen bereiken – in de vele downloads hele concrete voorbeelden (verhalen, spel, oefeningen, informatie, filmpjes) om de krachten van de geest te leren kennen, te hanteren en te bundelen. Wil je iets bereiken met jongeren die met hun ziel onder de arm lopen? Of het werkmateriaal delen met coaches die hen kunnen bereiken? Dan kunnen ze het verder misschien zelf wel… 😉

www.Krachtenspel.nl (open source, non-profit)

Actief kennismaken als professional? Zie de workshop bij de activiteiten op de website: De volgende is op 29 maart 2019 in het Element in Amersfoort.