Welke meetlat is nodig voor persoonsvorming en een sociaal klimaat?

Geplaatst op Categorieën Artikelen

Welke meetlat is er nodig voor persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie? Is beter, hoger, sneller dan het juiste criterium of meer geld? Willen we visie en doel vastleggen in een soort Sociaal Klimaatakkoord en begeven we ons dan op glad ijs? 

Auteur: Mieke Vollenhoven m.m.v. Dirk van der Spoel en Chris Zitter

Jazeker, dat akkoord zouden we graag willen en we begeven ons beslist op glad ijs. Het sociaal klimaat speelt immers op een gevoelig terrein, vol onverwachte hoeken en gaten. In groepen leven verborgen krachten. Krachten die onder gedachten verscholen liggen, zoals verleidingen, misverstanden en tegenslag. Er komt op dit terrein, sociaal-emotioneel gezien, storm en tegenwind op ons af. Zijn de wetenschappers aan de sociale milieutafels het al eens over het omgangsklimaat en over de maatregelen die nodig zijn? Als dat zo is kunnen we, hoop ik, snel richting een Sociaal Klimaatakkoord.

Voor zo’n akkoord is bedachtzaamheid nodig, dat mag niet een haastklus worden. Want het gaat bij persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie om kwetsbare zaken als overtuigingen, mentaliteit en identiteit. Om dynamische krachten die voor sociale cohesie of onrust zorgen. Daar rotzooi je niet mee. Het is wel de vraag of professionals (leiders, experts, opleiders, coördinatoren, coaches en docenten op dit gebied) in school of bedrijf deze krachten kunnen herkennen en hanteren. Kunnen die professionals ervoor zorgen dat leerlingen, studenten en collega’s er beter mee leren omgaan? Gelukkig kan dat, maar het vraagt wel om een andere bril en een zorgvuldige aanpak.

Waar zitten de hoeken en gaten op dit terrein? 

Dit sociale terrein is lastig te onderzoeken. Het is te vergelijken met de kracht van elementen: het kan er gaan stormen of er verspreidt een lopend vuur. In het sociaal-emotionele klimaat red je het niet met alleen een rationalistische insteek. Daarmee kun je er wel over praten, maar daar blijft het dan vaak ook bij. Het gaat juist om doen, ook om verantwoord experimenteren met methodieken die zich in de praktijk bewezen hebben. Met meer regels en straffen kom je niet ver in dit klimaat. Het is nodig om effectief te kunnen reageren in stresssituaties, bij onderbuikgevoelens, sociale muren, nepnieuws en oude pijn. Je moet een situatie snel kunnen inschatten en weten wat je doet, ook al heb je geen tijd om na te denken. Zeker in zwaar weer reageren mensen minder beheerst, meer vanuit hun onderbuik; dat gebeurt letterlijk, ook in de hersenen. Hoe hanteer je dat?

Professionals kunnen dit thema niet zomaar over laten aan bedrijven of de overheid, omdat het om onze identiteit gaat en bijvoorbeeld het curriculum op scholen. Wat leren we leerlingen en studenten? Het wordt tijd voor veel (school) organisaties om een duidelijk standpunt in te nemen over hun leer- en werkklimaat en daarin te oefenen. En een antwoord te geven op de vraag: Hoe kunnen we de participatiesamenleving samen tot een succes maken? Wat ik graag zou willen is dat we meer inzetten op een Sociaal Klimaatakkoord.

Waar staan we nu?

Je kunt als leider alleen met voldoende perspectief, met een goede stafkaart van het terrein, aan dit thema werken en samen op weg naar zo’n akkoord gaan. Voordat je op weg gaat, moet je je precieze locatie op die kaart weten. Waar sta je, wanneer het om persoonsvorming gaat, om niet-cognitieve vermogens, groepsdynamische en vormende krachten, mentaliteit, pedagogische tact, identiteit en cultuur? Het gaat om wie we zijn en willen zijn. Organisaties en bedrijven zullen meer tijd en energie moeten steken in niet-cognitieve vermogens, in capaciteiten voor zelfredzaamheid, welzijn en verantwoordelijkheid. Want daar hangen de prestaties sterk mee samen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)* heeft het over doenvermogen in de publicatie ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid’.  

Waar kiest het onderwijs, het bedrijfsleven of de zorg voor? Vanuit welke visie en welke kernwaarden? Welke vermogens, capaciteiten gaan we vooral aanspreken? Welke valkuilen willen we vermijden? Gelukkig hoeven we niet alles opnieuw te ontdekken. Er ligt bruikbaar, bewezen effectief materiaal op dit gebied. Een voorbeeld daarvan is: Focus 3, instrument om beleid te toetsen op pedagogische kwaliteit**. Dit instrument gaat in op zowel de pedagogische, de psychologische en de levensbeschouwelijke kwaliteit van scholen. Het gaat niet zozeer om de invulling maar om een brede meetlat, een toets waarmee je samen kunt kijken waar je staat en welke kant je op gaat. Wat zijn je basale keuzes, wat is je mensbeeld, wat je focus en welke kwaliteitscriteria je hebt op dit gebied. Als je niet met een kritische bril zoals deze kijkt, kun je als organisatie niet je koers bepalen en niet overeind blijven. Dan wordt het voor je bepaald wat leerlingen en studenten (cliënten, patiënten etc.) leren.

Verantwoorde focus

Een duidelijke meetlat is een kaart, een kompas, een focus en toets tegelijk. Je meet met het instrument de kwaliteit van je (school)organisatie op dit gebied, ook onderweg. De focus is allereerst gericht op de ontwikkeling van leerlingen en studenten, hun Welzijn en Verantwoordelijkheid. Dat vraagt van leiders dat ze naast het managen en besturen van de organisatie, een duidelijke rol op zich willen nemen als Coach en Inspirator. Uitgangspunt is het mensbeeld, een realistische visie op de essenties van mens-zijn. Hoe kijken we naar onszelf, wat zien we aan onze zon – en schaduwzijde? Focus 3 geeft de volgende Essenties van mens-zijn aan in het spanningsveld: Verbondenheid en gebrokenheid, Uniciteit en schaduwzijde, Creativiteit en stagnatie, Succes en falen. De hele organisatie en het hele ontwikkelproces staan ter discussie. Het gaat bij persoonsvorming niet om een vak in een beperkte vrije ruimte! Het gaat in deze focus om voortdurend professioneel: Inspelen op de behoeften van (jonge) mensen: Contact, Grenzen, Verbeelding en Contract; Ontwikkelen van capaciteiten zoals: Vertrouwen, Autonomie, Initiatief en Constructiviteit; Bewaken van de menselijke maat aan de hand van duidelijke criteria als (sociale) Veiligheid, Evenwicht, Perspectief en Integratie. De behoeften, capaciteiten, criteria en doelen zijn in Focus 3 aangegeven. Professionals en scholen bepalen in de toets in welke mate ze hieraan willen voldoen.

De route en de kaart

Als we een realistisch vertrekpunt hebben, de kaart en de koers die aangeeft waar we voor werken, dan kunnen we stap voor stap op weg naar een Sociaal Klimaatakkoord. Dan kun je als professional betrokken en kritisch reageren op de ontwikkelingen en de gevolgen voor (jonge) mensen en hun leefwereld. Met zo’n duidelijke kaart ben je als leider, professional niet overgeleverd aan de valkuilen op dit terrein, dit gladde ijs. Professionals in organisaties kunnen niet zonder een duidelijk beleid op dit gebied. Ze staan voor de uitdaging om beter te leren omgaan met de houdingen van mensen, omgangsklimaat, overtuigingen en mentaliteit. De krachten van de geest bewegen zich als de wind om je huis, een mogelijke veenbrand in eigen gelederen, gevoelens die ineens opspelen.

Er zijn op dit moment grote verschillen in visie en aanvliegroutes op het gebied van persoonsvorming en sociaal-emotionele educatie. Er zijn allerlei ontwikkelgroepen druk bezig beleid te maken. In de euforie van Curriculum.nu dreigt juist dit onderwerp te worden overgeslagen, onder meer door de verschillen in opvatting. De vragen die mij voortdurend bezighouden zijn: welke instrumenten kunnen over de vakgebieden heen reiken? Welke toetsen helpen om te komen tot een Sociaal Klimaatakkoord? Welke taal kan professionals verbinden? Het gaat om een taal die ook toegankelijk is voor leken, om de kloven in de samenleving te overbruggen. Wij, die ervoor doorgeleerd hebben, moeten het vakjargon leren loslaten, verschillen overbruggen en met de tijd meegaan: Bewegen, leren loslaten en een moderne, passende jas zoeken. Eentje die lekker zit. Uiteraard zonder de baby met het badwater weg te gooien.

Wat werkt niet?

Effectief reageren is extra lastig in stressvolle situaties. Dat geldt ook voor (school)organisaties die op dit gebied keuzes moeten maken. Wat is een niet-effectieve reactie? Ik tap nogmaals uit het WRR-rapport “Weten is nog geen doen. Daarin wordt aangegeven wat voor burgers niet-effectieve reacties zijn op stressvolle situaties. Wat niet werkt is:

Vermijden, doen alsof er niks aan de hand is, dringende zaken zoals de niet-cognitieve vermogens links laten liggen, om de hete brei heen draaien, vooral de ‘meetbare’ vakken mee laten tellen; Rationaliseren, je als overheid, experts vooral bezighouden met informatie, nieuw onderzoek en argumenten, nog meer regels en sancties; Paniekvoetbal, averechtse beslissingen, niet nadenken, mogelijke oplossingen die er zijn geen kans geven, alleen naar je eigen partijbelangen kijken; Te veel vragen van burgers (en organisaties) in stressvolle omstandigheden; Teveel invullen voor de ander (geen ruimte overlaten voor eigen keuzes); Korte termijn denken, iets aannemen wat aantrekkelijk en bruikbaar lijkt; Isoleren. Als je in je eigen bubbel leeft, dan zie je gevaren niet op tijd aankomen.

Valkuilen

In Focus 3 worden de volgende valkuilen genoemd als het om het meten van pedagogische kwaliteit gaat:

1.   Bevoogding. Overheid, docenten of opvoeders die overbezorgd zijn, te veel bemoeienis hebben. Onderwijs als moederkloek. Het ophemelen van kinderen of een gebrek aan duidelijke grenzen. De uitdaging is om te relativeren, verantwoordelijkheden duidelijk te maken en lef te tonen;

2.   Chaos (vrijblijvendheid). Erop rekenen dat jonge mensen zichzelf wel ontplooien. Onderwijs in losse brokken, te veel overlaten aan keuzes van leerling/student. De uitdaging is om te verbinden en te begrenzen, orde, samenhang en meer richting;

3.   Illusie. Droombeelden los van de realiteit; overdaad aanbieden, onderwijs als supermarkt. De uitdaging is om de eigen koers te kiezen, te inspireren en meer te profileren.

4.   Te hoge werkdruk en prestatiedwang. Het moeten (aan)leveren van gegevens en specifieke prestaties die te veel tijd opslokken. Onderwijs als bedrijf. De uitdaging is ruimte en tijd (eisen) bewaken, prioriteren, focus houden.

Doenvermogen nodig

Hoe kunnen we dat ‘doenvermogen’ van de WRR* toepassen voor persoonsvorming en sociaal emotionele educatie? Als we de kennis daarover gericht inzetten binnen onze eigen koers is dat constructief. Zolang dat maar niet de enige capaciteiten zijn die gaan tellen. Want het gaat niet alleen om zelfredzaamheid. Wat bedoelt de WRR* precies met dat doenvermogen in zijn publicatie? Volgens de Raad vallen daar onder: “een doel te stellen, in actie komen, volhouden, leren omgaan met verleidingen en tegenslag”. Als je dat kunt als burger, dan red je het veel beter met je geld, gezondheid en werk, ook in moeilijke tijden. Deze niet-cognitieve mentale vermogens zijn echter niet simpel te trainen. Anders zouden alle scholen dat al lang opgenomen hebben in hun leerplannen. Het gaat ook om temperament: Pakken mensen een probleem aan? Of gaan ze het liever uit de weg? Met die instelling ben je zo’n beetje geboren. De volgende niet-cognitieve vermogens zijn belangrijk voor de zelfredzaamheid en ook wel goed te trainen: zelfcontrole, geloof in eigen kunnen, omgaan met emoties, reflecteren op eigen houding, waarnemen van situaties, effectief reageren, doelen stellen en beter volhouden. Er is al veel succesvol materiaal op dit gebied en met Krachtenspel.nl leveren we ook een bijdrage. Veel methodieken die ik bedoel zijn echter moeilijk te vinden. Het gebied krijgt bovendien elke keer weer een andere naam. Vanuit een andere invalshoek. Dan heet het bijvoorbeeld niet “doenvermogen” (term van psychologen?), maar sociaal-emotionele ontwikkeling, persoonsvorming, actief burgerschap, sociale veiligheid of relationele vorming.

Om welk profijt gaat het?

Tot zover het WRR-rapport. En dan komt hier weer het gladde ijs…

Nu duidelijk is dat je het doenvermogen kunt trainen en het veel betere prestaties oplevert, zien allerlei grote Spelers op de markt daar de winst van in. Daarom bemoeien ze zich graag met dit terrein. Als ze dat grondig doen en er weinig speelruimte overblijft, hoe vermijden (school)organisaties dan de genoemde valkuilen? Qui Bono? Om welk profijt gaat het? Van wie? We willen toch niet alleen onderwijs dat de psyche van (jonge) mensen mentaal klaarstoomt om vooral prestaties te leveren ten behoeve van de economische groei? Als die ontwikkeling zou doorzetten, gaat het gegarandeerd meer (jonge) mensen opleveren die met hun ziel onder de arm lopen en de zin van hun leven missen. Tenzij die grote Spelers bezield en enthousiast meewerken aan het leer- en leefklimaat en een Sociaal Klimaatakkoord… 😉. Het gaat niet uitsluitend of vooral om prestatie op scholen. Dat is een valkuil. Het gaat ook om sociale cohesie, verbinding, ontwikkeling van de genoemde capaciteiten, autonomie, inspiratie en sociale samenwerking.

Kompas, thermometer en spiegel

We hebben dus een gemeenschappelijk meetlat nodig met een menselijke maat. Een duidelijk visiekader dat kan leiden. Maar dat moet ook weer niet knellen. Naast concrete doelen is er ruimte nodig om je te laten leiden en coachen. Wonderen, onbegrijpelijke factoren voor de wetenschap, kunnen helpen om er in stressvolle tijden boven op te komen: tranen op de juiste plek, een ijskoningin die smelt, vrienden die niet wegkijken, een goddelijke bron, een menselijke spiegel, muziek en kunstenaars. We zijn gewend om te meten of iets hoger of sneller gaat en hoeveel geld het kost. Dat is makkelijker. Maar onze mentale vermogens moeten we niet te veel richten op meetbare prestaties die gemakkelijk te meten zijn. We zijn als mens meer dan dat. Je moet ook elke dag tijd en ruimte over hebben om andere dingen te doen dan werken en leren. Ruimte om creatief en sociaal te zijn. Anders werkt het op de lange termijn averechts. Daarom is er niet alleen een meetlat nodig die kijkt hoe groot we zijn. Maar ook een meetlat die lijkt op een kompas, een thermometer en een spiegel en NU voldoende oefening biedt:

1.   Voor de focus is een meetlat als Kompas nodig dat we samen kunnen gebruiken. Op het gemeenschappelijke kompas kun je samen bekijken en bepalen waar je bent op dit gebied, hoever je bent en waar je naar toe gaat;

2.   Voor een succesvolle samenwerking zijn concrete opdrachten handig die leiden naar een gemeenschappelijke Uitvoering, een voorstelling waarin mensen kunnen zien wat de leiders concreet gaan doen.

3.   Om bij de tijd te blijven, is het nodig om NU te oefenen in het omgaan met sociale problemen zoals: (verbaal)geweld, werkstress, manipulatie, verleidingen, nepnieuws, overheersing en verwarring etc. Daarbij gaat het ook om krachten die onder gedachten spelen;

4.   Voor de inspiratie is een Spiegel fijn. Om te kunnen reflecteren op (niet) effectieve reacties op de krachten in dit gebied;

5.   Voor de gezelligheid en de sfeer is een Thermometer handig. Eentje die je zelf kunt instellen. Want de een heeft warmte nodig, een ander koelte en sommigen een koude douche.

De letters van deze vijf punten vormen samen het woord: KUNST. Naast de huidige (top)SPORT- mentaliteit, kunnen we namelijk heel goed levenskunst gebruiken.

Het krachtenspel

Deze aanpak is ook uitgewerkt op de website www. Krachtenspel.nl (open source) in de vorm van sociaal emotionele educatie voor jong en oud. De auteurs hebben de website in eigen beheer en werken zonder commercieel doel. Ze willen het gedachtegoed zoals in Focus 3 en methodieken die zich bewezen hebben (weer) toegankelijk maken. Een nieuw eigentijds jasje geven. We zijn op zoek naar organisaties die vanuit dezelfde kernwaarden met ons willen samenwerken. Om welke methodieken gaat het? Om wat voor werkmateriaal? Een voorbeeld: In de downloads staat, het korte verhaal Het krachtenspel. De bovenstaande principes van (levens)kunst zijn hier toegepast: De koningin is inspirerend leider geworden en heeft de K van Kompas toegepast; Het komt tot een gemeenschappelijke voorstelling (U van uitvoering) van de ministerraad waar iedereen van geniet; Je kunt er als professional direct mee aan de slag. Het is voor alle leeftijden (N van NU); Er staan vragen en oefeningen bij om te reflecteren (S van Spiegel); En je houdt het lekker warm op een koude dag (de T van Thermometer).

*Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid. WRR-rapport nr. 97: Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid. 24 april 2017. Er is ook een samenvatting van beschikbaar.

**Focus 3, instrument om beleid te toetsen op pedagogische kwaliteit, Mieke Vollenhoven. (CPS, 1999). Dit instrument is met succes gebruikt als basis voor beleid in allerlei typen onderwijs. Voorbeeld: ROC Willem 1 College in Den Bosch. Deze organisatie heeft jaren later een prijs voor pedagogische kwaliteit gekregen (Coen Free). Er zijn bij de auteur nog exemplaren verkrijgbaar voor beleidsmakers. Graag een berichtje indien belangstelling.